Ik had me voorgenomen om de hele maand april te gebruiken om te experimenteren met Twitter. En aan het eind van de maand te besluiten of ik met Twitteren doorga of niet. En ja, ik kan zeggen dat het me wel te pakken heeft. Vooral omdat het voor mij waardevolle opbrengsten heeft: weblogs die ik zelf nog niet was tegengekomen, interessante blogposts, contact met nieuwe collega-professionals. Ik twitter inmiddels ook voor de NVO2 en dat dwingt me ook om iets wat ik interessant vind expliciet te verspreiden, met daarbij wat het zo interessant maakt naar mijn idee.

Een andere manier om Twitter te gebruiken is op de achtergrond (the backchannel) bij een conferentie of training. Ter voorbereiding op een conferentie in juni ben ik me hier wat op aan het inlezen. Jane Hart beschrijft hoe ze Twitter heeft gebruikt als leerervaring in een face-to-face workshop.

  • Iedere deelnemer was in het bezit van een tool om mee te twitteren.
  • En er was een gedeelde hashtag die iedereen zou gebruiken, om zo de tweets van elkaar te kunnen volgen.
  • De workshop startte vervolgens met de uitnodiging om zich al twitterend aan elkaar voor te stellen. Een effectieve manier voor iedereen om er wat in te komen, zo bleek.
  • Gedurende de workshop heeft Jane geen flipover gebruikt, maar functioneerde het twitteren als zodanig. Deelnemer stelden hun vragen middels een tweet, maakten opmerkingen door te twitteren.
  • En Jane had in haar presentatie een aantal vragen opgenomen om het twitteren zo nu en dan wat richting te geven.

Olivia Mitchell gaat nog een stap verder en beschrijft 8 praktische tips hoe twitter goed te gebruiken is als middel voor participatie. Wel sterk uitgaande van het idee dat een presentatie een belangrijk onderdeel is van de training of workshop, dat als kanttekening hierbij. Haar tips zijn:

  1. Ontwerp je presentatie zo dat dit geschikt is voor gebruik van Twitter op de achtergrond: deel je presentatie op in kleine stukjes met ruimte voor het twitteren tussendoor. En maak waardevolle tweets zichtbaar.
  2. Moedig de deelnemers aan om te twitteren: leg uit, gebruik hashtags, stimuleer.
  3. Bedenk hoe ook niet-twitteraars mee kunnen doen. Dit kan een belangrijke rol spelen bij een grote conferentie.
  4. Gebruik verschillende manieren om de twitterstroom te monitoren: las ’twitter breaks’ in, vraag een deelnemer om als ’twitter monitor’ te fungeren en aan te geven wanneer er een issue opkomt dat aandacht vraagt, en zorg ervoor dat de deelnemers op een groot scherm de twitterstroom kunnen zien.
  5. Vraag de deelnemers om een twitterbericht te ‘retweeten’ waar zij meer aandacht voor willen.
  6. Laat de illusie los dat je als trainer of spreker meer weet dan je deelnemers. Twitteren nodigt deelnemers juist uit om hun eigen expertise in te brengen en mee te denken.
  7. Twitter zelf ook en benoem zo de vragen die je aan de deelnemers wilt stellen.
  8. En.. je hoeft niet tijdens je presentatie alle vragen te beantwoorden die in twitterberichten aan je gesteld worden. Dit kun je naderhand ook nog doen door te twitteren.

Ik krijg zo wel zin om het eens uit te proberen! Op zoek naar een overzichtelijke setting met deelnemers die wel in zijn voor zo’n experiment! Ter voorbereiding op een groter seminar. Ik hou jullie op de hoogte van mijn ervaringen!